Wies, 10
Visuele beperking
Met een hele grote lach begint ze te vertellen over wie ze is: “Vrolijk, een doorzetter en als ik het niet kan toch blijven doen totdat ik het kan.” Maak kennis met Wies. Als tienjarige de jongste van deze campagne, maar daarmee niet de minste. Zo heeft ze al vaak zat verteld over haar beperking, voor haar klasgenootjes tot aan andere campagnes. Want erover vertellen, dat vindt ze niet erg. Sterker nog, Wies heeft geleerd dat als ze deelt, mensen haar beter begrijpen.
Wies ziet nog maar 26 procent. Hoe je dat voor je moet zien? “Ik zie bijvoorbeeld een boom minder goed dan de ander, maar ook de lettertjes op papier vind ik heel vaak niet goed te lezen. Eigenlijk dachten ze dat ik ook niet kon fietsen, maar ik heb het toch geleerd.” Met haar doorzettingskracht verbaast ze vriend en vijand, want haar moeder en vader dachten eigenlijk niet dat ze kon fietsen. Toch bewees ze hen ongelijk.
Niet altijd komt ze even goed mee met de rest van haar vriendjes, vriendinnen en haar klas. “Ik kan wel alles, maar soms duurt het wel langer of gaat het langzamer. Dat komt alleen omdat ik niet zo goed kan zien. Dat is het enige dat anders aan me is.” Wies vertelt dat haar vriendinnen dat inmiddels ook allemaal weten en snappen – want daar zit een verschil tussen. Ze snappen nu dat het soms wat langer duurt met Wies en hebben daar alle respect en geduld voor, wat Wies dan weer fijn vindt. “Zij weten dat het niet altijd gaat zoals de rest en geven me nooit het gevoel dat ik daardoor anders ben.”
Hobby’s zijn er overigens genoeg. Van paardrijden (“Dat doe ik niet meer, maar vind het wel heel erg leuk”) tot aan cupcakes bakken, TikTok dansjes nadoen en ogen tekenen. “Ik vind het leuk om ogen te tekenen omdat ik een visuele beperking heb. Daarom word ik door ogen geïnspireerd.” Ze zocht ze op op internet en maakte telkens meer en meer tekeningen. Daarom wilde Wies graag gefotografeerd worden met een van haar kunstwerken. Zo wil ze laten zien dat ze, ook met een visuele beperking, precies ziet zoals iedereen is. “Ik zou willen dat iedereen zo naar elkaar zou kijken!”
Wies hoort bij de club van Roosendaal.
De club waar jij ook bij hoort.